De dag begon goed. Ik werd gewekt door vrolijk kwetterende vogeltjes en een voorzichtige zonnestraal tussen de gordijnen, ik rekte me uit, stond op, zag mijn schooltas, en sprong nog net niet meteen uit het raam.
Ik wilde yoghurt met cruesli maken om mezelf te troosten, dus ik trek de koelkast open, giet yoghurt in een bakje, ga op zoek naar de cruesli, maar kan hem niet vinden. Ik trek nog wat kasten open, breek het huis af, graaf in de tuin, nergens cruesli te bekennen. Ik zucht, haal mijn schouders op, eet droge yoghurt, wil mijn fiets pakken. Fiets verdwenen. Ja, fiets verdwenen. F i e t s v e r d w e n e n. Als je een zwarte, roestige oma fiets met een Bert & Ernie bel gevonden hebt, ik ben je eeuwig dankbaar. Dus het hele stuk naar de bushalte heb ik gerend.
Ik was maar net op tijd op school. Dat was net zo erg als altijd.
Ik ben een voorbeeldige leerling, praat nooit in de les en haal altijd hoge cijfers. In mijn grootste nachtmerries dan. Hier op aarde valt het mee, ik heb nog wel eens de neiging (bijna) te laat te komen, een propje naar het andere eind van de klas te gooien (ik weet het, zó brugger) of mijn buurman een stomp te verkopen.
Leraren mogen me om een of andere reden niet zo, maar bij mijn lerares Frans sta ik bovenaan op haar zwarte lijst. (mooi, zwart is mn lievelingskleur. :)) Ik kwam de klas binnen, en ging op een plaats (achterin) zitten met haar priemende ogen op mijn rug. De hele les hield ze me daarmee in de gaten. Op gegeven moment fluisterde ik wat tegen mijn buurman, ik voelde een (stinkende) adem langs mijn nek gaan, draaide me om, keek recht in haar gezicht en kreeg een gratis speekseldouche toen ze siste; "Eruit." Inmiddels weet ik wel waar dat is. Toen ik me nog een keer dramatisch omdraaide zag ik twee jongens schreeuwend een potloodgevecht houden en kon ik wel huilen van oneerlijkheid.
Toen ik thuis kwam stond mijn gloednieuwe agenda volgeklad met kersvers huis & straf werk. (gelukkig dat de meeste andere leraren bij fluisteren slechts waarschuwen) Ik dacht dat het wel mee zou vallen, maar mijn handen doen pijn van het schrijven, en mijn hoofd voelt zwaar van de gestampte woordjes.
Op dit moment kringelt de geur van andijvie (mijn lievelingseten) mijn neus binnen. Het leven is weer begonnen. Zucht.
Grts,
Rae.
ps. Als ik tijd en zin heb ga ik miss nog nadenken voor een vervolg op ut verhaal.