zaterdag 29 oktober 2011

Uiteindelijk krijgt elke schrijver ermee te maken.

Niet dat ik mezelf een schrijver wil noemen, toch overkwam het me.
Ik startte mijn computer op en las ondertussen mijn Luukieluuk uit. Ik surfte naar blogspot.com, meldde me aan, klikte op "nieuw bericht" het scherm verscheen verbazend snel, ik klikte in het balkje met titel en. Baf, daar was het.
Ik had geen idee wat ik daar neer moest zetten, mijn vingers dwaalden wat doelloos over de toetsen, maar in plaats van dat er een verhaal uitrolde gebeurde er niets.
Ik bleef rustig, klikte twitter tevoorschijn en terwijl ik een tweet typte zag ik de waarheid onder ogen. Ik lijd aan inspiratieloosheid.
Gelukkig was Henrike (van imwritingmyworld.tk) zo vriendelijk om op te merken dat dat ook een onderwerp was, toch blijft het een zwaar feit.

(En volgens mij heb ik nog nooit zo lang over een post gedaan.)

Hebben jullie er ook last van?

Grts,

Rae

vrijdag 21 oktober 2011

Rae als dichter.

Hoewel ik officieel vakantie heb moet ik voor Nederlands een collage maken over poëzie, met minimaal 1 zelfgeschreven gedicht. Het telt mee als een proefwerk, laat nou net het feit zijn dat ik slechts voor sinterklaas gedichten schrijf. Toch ben ik in mijn pen, of liever, toetsenbord gekropen, en over het resultaat zeer zeker niet ontevreden:

Onzichtbaar.
In zijn groene ogen weerspiegelden
de koplampen van auto's en kronkelden
de schaduwen van achterafsteegjes,
duisternis, angsten. 

Zijn hart was zwaar van het 

rondzwerven, het verlangen naar
warmte, een handjevol lieve
woorden. 


Maar ze trokken aan hem voorbij,
 zagen hem niet. Hij was immers 
slechts een straatkat. 


Grts,

Rae.

dinsdag 18 oktober 2011

Deze wereld is verdeeld.

De hele wereldbevolking lijkt verdeeld te zijn in twee groepen mensen: De liefhebbers van het gracieuze, lenige, intelligente, lichtvoetige, soms ietwat arrogante op vier poten lopende dier kat, en de liefhebbers van de trouwe, brave, volgende, zachtaardige, soms wat te aanhankelijke hond.
De fans van het één lijken de fans van het ander het ligt in de ogen niet te gunnen, de reden dat hippies "wereldpeace" nooit voor elkaar hebben gekregen is simpelweg omdat ze het te druk hadden met ruzie maken over of de katten of de honden beter zijn, en vele kattenliefhebbende koningen zijn door van hondenhoudende onderdanen van de troon gestoten. Een nieuw tijdperk is aangebroken!

Bij deze roep ik de haters van beide edele dieren, of de mensen die hun keuze niet kunnen maken op. Ontdoe u van de schaamte, te lang bent u onderdrukt door de verdeling van deze samenleving, te lang hebt u naar de pijpen gedanst van zij die slechts op één ding gefixeerd waren; de hond of de kat
Hef uw kin en paradeer even arrogant door de straten als die vervloekte "honden en kattenmensen." U zult zien dat u met meer bent dan u verwacht had, uit de meest donkere hoeken zullen uw medestrijders tevoorschijn komen, en we zullen vechten om deze wereld weer één te laten worden.
Amen.

En aan welke kant sta jij? Die van de hond, de kat, de hond en de kat, de haters of de goudvissen?


Grts,

Rae.

zaterdag 8 oktober 2011

Het leed dat schoenen kopen heet.

Met ** euro, en goede moed begon ik mijn queeste naar schoenen op de markt.
Mensen achter fruitkramen schreeuwden me vrolijk toe dat het zulk heerlijk weer voor aardbeien, pruimen, bananen, ananassen, (raar woord eigenlijk, ananas.) appels, mandarijnen en sinaasappels was. Ze klonken zo overtuigend dat ik bijna in de verleiding kwam het uit te proberen, maar ik liep dapper verder. Een kraam met schoenen, dat leek er meer op. Ik bleef staan, de man erachter keek me met samengeknepen ogen aan, ik glimlachte vriendelijk, hij fronste. Naast me vochten twee meisjes om een zwarte hak. "Die past toch niet aan jou dikke voet, ****" "Wel aan de jouwe dan, ****?!" Ik glimlachte ook naar hen. Ze keken me beide kwaad aan, en het eerste meisje fluisterde iets in het oor van de andere, die begon te giechelen. Hun oorlog was in elk geval over. Ik ging fluitend op zoek naar maatje 39 en draaide er wat om toen ik de prijs van de eerste schoen zag. Ik glimlachte opnieuw vriendelijk, en maakte dat ik wegkwam. Toen ik nog eenmaal voorzichtig achterom keek zag ik hoe één van de meisjes me na wees.
Bij de volgende kraam waren er niet alleen schoenen, maar ook riemen. De vrouw die erachter begon een vrolijk praatje er een enthousiast praatje over, ze wees ze één voor één aan, en ik kreeg er zo ongeveer alles over te weten wat ik al wist. ("Kijk, deze is met groen, dat is dezelfde als deze rode...") Toen ik uiteindelijk besloot dat er niets voor mij tussen zat moest ik voorzichtig wegsluipen terwijl zij onverstoord verder ging met haar verhalen.
Ik was nog nauwelijks weg of een ietwat onbetrouwbaar uitziende man vloog me aan en sleurde me mee naar zijn kraam met zonnebrillen. Ik mompelde zachtjes dingen over zon in de herfst, maar hij hoorde me niet en fluisterde me prijzen toe alsof het grootse geheimen waren. Opnieuw moest ik mezelf streng toespreken om er niet toch een te kopen, voor ik de benen nam. Ik hoorde hem nog achter me roepen; "Hee, waar ga je heen?!" En keek achterom zodat ik tegen iemand aan knalde. Het meisje van de eerste schoenenkraam. Mijn blik gleed naar haar voeten, die gestoken waren in zwarte hakken. "Kijk uit, ****" Riep ze me kwaad na, toen ik weg snelde.

Eindelijk thuis plofte ik opgelucht neer op de bank. Pff, dat had ik ook weer overleefd.

Houden jullie ook zo van de markt?

Grts,

Rae

# Speciaal voor Henrike, van Imwritingmyworld

dinsdag 6 september 2011

Het leven begint weer: 6 september.

De dag begon goed. Ik werd gewekt door vrolijk kwetterende vogeltjes en een voorzichtige zonnestraal tussen de gordijnen, ik rekte me uit, stond op, zag mijn schooltas, en sprong nog net niet meteen uit het raam.
Ik wilde yoghurt met cruesli maken om mezelf te troosten, dus ik trek de koelkast open, giet yoghurt in een bakje, ga op zoek naar de cruesli, maar kan hem niet vinden. Ik trek nog wat kasten open, breek het huis af, graaf in de tuin, nergens cruesli te bekennen. Ik zucht, haal mijn schouders op, eet droge yoghurt, wil mijn fiets pakken. Fiets verdwenen. Ja, fiets verdwenen. F i e t s     v e r d w e n e n. Als je een zwarte, roestige oma fiets met een Bert & Ernie bel gevonden hebt, ik ben je eeuwig dankbaar. Dus het hele stuk naar de bushalte heb ik gerend. 
Ik was maar net op tijd op school. Dat was net zo erg als altijd.
Ik ben een voorbeeldige leerling, praat nooit in de les en haal altijd hoge cijfers. In mijn grootste nachtmerries dan. Hier op aarde valt het mee, ik heb nog wel eens de neiging (bijna) te laat te komen, een propje naar het andere eind van de klas te gooien (ik weet het, zó brugger) of mijn buurman een stomp te verkopen.
Leraren mogen me om een of andere reden niet zo, maar bij mijn lerares Frans sta ik bovenaan op haar zwarte lijst. (mooi, zwart is mn lievelingskleur. :)) Ik kwam de klas binnen, en ging op een plaats (achterin) zitten met haar priemende ogen op mijn rug. De hele les hield ze me daarmee in de gaten. Op gegeven moment fluisterde ik wat tegen mijn buurman, ik voelde een (stinkende) adem langs mijn nek gaan, draaide me om, keek recht in haar gezicht en kreeg een gratis speekseldouche toen ze siste; "Eruit." Inmiddels weet ik wel waar dat is. Toen ik me nog een keer dramatisch omdraaide zag ik twee jongens schreeuwend een potloodgevecht houden en kon ik wel huilen van oneerlijkheid.
Toen ik thuis kwam stond mijn gloednieuwe agenda volgeklad met kersvers huis & straf werk. (gelukkig dat de meeste andere leraren bij fluisteren slechts waarschuwen) Ik dacht dat het wel mee zou vallen, maar mijn handen doen pijn van het schrijven, en mijn hoofd voelt zwaar van de gestampte woordjes.
Op dit moment kringelt de geur van andijvie (mijn lievelingseten) mijn neus binnen. Het leven is weer begonnen. Zucht.

Grts,

Rae.
ps. Als ik tijd en zin heb ga ik miss nog nadenken voor een vervolg op ut verhaal. 

woensdag 31 augustus 2011

Un verhaal.

Het onderstaande verhaal is helemaal fictief. Overeenkomsten met andere verhalen/boeken zijn mogelijk, omdat het nou niet bepaald origineel is, maar niet bewust. Het is nergens op gebaseerd dan mijn verveling.

Lieve Leanne,

ze hebben een stuk over je geplaatst in de krant. Een zestienjarig meisje dat na een ruzie met haar vriendje op de trein is gestapt, en niet meer thuis is gekomen. Ze vrezen voor je leven. Ik ken het \nu ongeveer uit mijn hoofd, ze vragen iedereen naar je uit te kijken, een omschrijving en een foto. Maar ik heb ze niet nodig om me je gezicht te herinneren, ik ken het bijna beter dan mijn eigen spiegelbeeld. Hoe vaak heb ik je zwartgeverfde haren niet uit je ogen geveegd, lijntjes getrokken om je mond, je sproetjes gekust? 
Ik herinner me nog als gisteren hoe de watervallen zwarte mascara over je wangen liepen, die avond. Mijn schuld. Het was een leugen Leanne, een leugen. Ik was verblind, verdoofd door jaloezie, ik had het nooit mogen zeggen, geen enkel woord was waarheid. Ik had je niet uit mogen schelden, ik had nooit mogen zeggen dat je lelijk was. 

De dagen zonder jou zijn vreselijk, elk klein zwartharig meisje doet me opschrikken, en teleurgesteld weer terugzakken in de waas waarin de uren voorbij trekken. Ik kan me nergens meer op concentreren, mijn ouders zeggen dat ik je uit mijn hoofd moet zetten, leraren vragen me of het wel gaat. De dagen zijn vreselijk, maar de nachten zijn, ondragelijk. Het donker fluistert me rampscenario's in, schreeuwt me toe dat het mijn schuld is en, hoe hard ik ook terug schreeuw ik kom nooit boven de waarheid uit. En als de slaap me eindelijk komt verlossen ontwaak ik in nachtmerries. Ik ben bang om te gaan slapen, bang om wakker te blijven, bang dat er iets met je gebeurd is, want dat zou mijn schuld zijn.

Zijn ogen waren te troebel, het lukte hem niet meer om goede woorden op het papier te krijgen. De pen gleed uit zijn hand en kletterde op de grond. "Waar ben je nou eigenlijk mee bezig? Een brief schrijven naar een meisje dat al 3 weken niet gezien is? Waar wou je hem heen sturen? Wou je de wind soms vragen, een postduif? Doe wat ze allemaal zeggen, zet haar uit je hoofd." Hij probeerde de woorden tot zich door te laten dringen. Zet haar uit je hoofd. Zet haar uit je hoofd. Jouw schuld. Hij stond op, liep naar het raam, legde zijn hoofd tegen het kille glas. Jouw schuld, jouw schuld, jouw schuld. Ze had gehuild, die avond, hij had nog achterom gekeken en gezien hoe ze tegen de muur was gaan zitten, een klein, in elkaar gedoken hoopje, nauwelijks meer mens. Jouw schuld.
De sterren waren verdwenen achter de wolken, de maan slechts een streepje, er was niets dan het zwakke licht van zijn bijna lege zaklantaarn dat hem behoedde voor de martelingen van het duister. Hij weerstond de verleiding om de grote lamp aan te klikken, of om te gaan ijsberen, en bleef gewoon zo staan. Zijn voorhoofd op het glas steunend, zijn handen leeg langs zijn lichaam, zijn blote voeten ijsklompen. "Jouw schuld. Jouw schuld. Jouw schuld." "Maar ik deed het niet expres!" Zijn weerwoord was niet meer dan zwak gefluister, loste op in de nacht.
Een trillende toon deed hem opschrikken, zijn mobieltje.  Hij trok zijn hoofd los, tastte over zijn bureau naar het oplichtende schermpje dat de woorden; "inkomende oproep van; Leanne" toonde.

Even eerlijk: Wat vond je ervan? 


Grts,

Rae

vrijdag 26 augustus 2011

Ze zijn er altijd en overal.

Hun witte haren in strakke knotjes, of gekunstelde krullen op hun hoofd, voorover steunend op hun rollator, een donkergroen (of rood) handtasje met zo'n kliksluiting. Je komt ze altijd en overal tegen op momenten dat je ze alles behalve tegen wilt komen.
Ze staan net voor je in de bus, als jij wilt instappen, de laatste eigenaren van een strippenkaart. Zo dat je er niet langs kunt zonder een arm in hun buik te drukken. (En dat wil je niet want dan beginnen ze te gillen als een brandweerwagen.) Natuurlijk moeten ze die strippenkaart uit het diepste van hun handtasjes diepen. Omdat ze daarbij geen van hun nagels willen breken nemen ze hier altijd ruim de tijd voor. En als ze dan eindelijk een plekje mogen zoeken, blijven ze eerst nog met de chauffeur staan kletsen. Ondertussen regent het, het gaat altijd regenen op zulke momenten. Dan, eindelijk, gaat ze zitten. Hierbij zet ze haar tasje op de plek naast haar, de laatste nog lege plek. En wanneer iemand zo beleefd is om te vragen of dit tasje misschien ook op haar schoot kan werpt ze een dodelijke blik. (En al die lijken beginnen dan ook nog eens vreselijk te stinken.)
Maar de bus is slechts een plek waar ik ze tegenkom. Wat dacht je van de supermarkt. Ik sta daar met mijn kar vol boodschappen, zie ik er een achter me. Stom als ik ben bied ik nog altijd aan dat ze wel voor me mag, want ach, met dat ene pak, en die ene fles wijn is ze toch zo klaar. Dus zij glimlacht. (Ik voel het gif al door mijn aderen pompen.) en gaat voor me staan. Ze loopt op haar dode gemakje naar de kassajuffrouw, haalt dan (ook uiterst langzaam) haar portemonnee uit haar handtasje, en opent deze met een langzaam gebaar. Ze pakt een paar munten, telt ze, en legt ze voor de kassajuffrouw neer. Daarna weet ze haar portemonnee wel altijd heel snel weg te moffelen. De kassajuffrouw kijkt het geld snel na, en moet (met  stotterende stem, zij kent deze soort ook.) mededelen dat ze te weinig heeft betaald. Wanneer onze lieve vriendin weer helemaal opnieuw begint met het portemonnee ritueel. Hierna gaat ze zo staan met het inpakken van haar boodschapjes, dat je er met geen mogelijkheid langs kunt.
Ik schijn ze aan te trekken, deze giftige, moorddadige soort ouderen. Hebben jullie er ook last van?

Grts,

Rae.